Breed en laaggroeiende heester met helderrode bloemen. Bodembedekker.

Platgroeiende heester met vrijwel doornloze takken. Bloemen dof karmijnrood.

Struik met grote frisgroene bladeren en lichtgele, sterk geurende, 2-3 cm grote bloemen met een wijnrode binnenzijde.

Breed opgaande struik met groene twijgen, grote glanzende, in de herfst goudgele bladeren. Welriekende witte bloemen in grote pluimen.

Zeldzaam hybride-soort groot frisgroen blad. Goed winterhard

De geurende witte bloemen beginnen als soms al in april te bloeien. Blad is leervormig en erg smal. Is winterhard. Compacte groenbladige sierheester.

Dichte, 2 m hoge, wintergroene struik met een ronde habitus. Bladeren drietallig, glimmend donkergroen. Bloemen wit, heerlijk geurend in trossen in de voorzomer, vaak met een nabloei in de herfst.

Bolvormige heester tot circa 1,25 meter. Wintergroen bladeren

Kleine struik of boom met ronde kroon, grote ronde en iets toegespitste bladeren, die bij wrijven naar pindakaas geuren. Bloemen wit met rode kelk. Vruchten blauwgrijs, later zwart.

Jonge bladeren en twijgen purperbruin, kleiner en meer hartvormig.

Tot 2 meter hoge struik met rechtopstaande, witte bloemtrossen en een heldergele herfstkleur.

Rijkbloeiende dwergvorm met witte opstaande trossen.

Deze cultivar is de beste roze bloeier en verbloeit niet naar wit.

Als de soort maar dan met lichtrose bloemen.

Zeer goed toepasbaar als struik in groepsverband in grote tuinen en parken. Wordt tot zo'n 2 meter hoog. Trekt veel bijen aan. Bloemen zijn helderroze in rechtopstaande trossen.

Struik tot 80 cm. Witte bloemen, herstkleur geel

Hoge, breeduitgroeiende struik met roodbruine twijgen en op oudere leeftijd een afschilferende bast. Blad is groter dan bij C. alnifolia en de bloemen zijn zuiverwit en welriekend.

Opgaande struik met oneven geveerd, samengesteld blad en gele bloemen in trossen. Zaden in opgeblazen zaaddozen.

Als arborescens maar met blauwgroene blaadjes.

Brede opgaande struik met blauwgroen blad en oranjebruine bloemen.